Nalatige echtgenoten onder valse namen
Mislukte huwelijken, echtscheidingen en onwettige kinderen zijn altijd onderdeel geweest van de geschiedenis.
Bronnen rondom deze gebeurtenissen kunnen vaak een interessant licht werpen op de sociale dynamiek van Nederlandse steden door de eeuwen heen. Al een tijdje doe ik onderzoek naar vrouwen die in de 18e en 19e eeuw werden verlaten door hun man. Verlate vrouwen waren vaak afhankelijk van familie of liefdadigheid (bijv. de kerk) voor ondersteuning, aangezien de juridische mogelijkheden voor werk en zelfstandigheid beperkt waren voor vrouwen in die tijd. Tot ver in de negentiende eeuw mochten verlate vrouwen pas hertrouwen nadat er minimaal vijf jaar waren verstreken en mits zij konden aantonen dat hun man niet meer terug zou komen. Het gebeurde geregeld dat een man zich na het verlaten van zijn familie aanmeldde bij bijvoorbeeld de VOC, of zijn geluk in verre buitenlandse oorden zocht. Sommigen echter, zochten het wat dichter bij huis, en bleven in Nederland. In het Amsterdamse stadsarchief stuitte ik op twee opvallende notariële aktes over dit onderwerp.
In december 1783 kwam het echtpaar Bastiaan Koets en Elsje Wijsing een verklaring afleggen bij de Amsterdamse Notaris Pieter Mastenbroek, Dit ter behoeve van de weduwe Teuntje Post-van Hemert die al elf jaar eerder was verlaten door haar Duitse man Hendrik Post. De getuigen verklaarden dat in het voorjaar van 1772 een man bij hun thuis was gekomen, welke vervolgens als soldaat heeft dienstgenomen in de VOC, in de kamer van Amsterdam. Hij had die dag verklaard Johan Hendrik Veltmoller, te heten. Het echtpaar verklaarden bovendien dat kort daarna de door Hendrik Post verlatene Teuntje Post-van Hemert bij hen thuis was langsgekomen met de vraag of haar man Hendrik bij hun gelogeerd had. Na enige woordenwisseling kwam ‘Johan Hendrik Veltmoller’ het vertrek binnen, waarna Teuntje meteen haar man Hendrik Post in hem herkende. Niet lang hierna bekende Teuntjes man aan de getuigen, dat hij niet Johan Hendrik Veltmoller heette, maar Hendrik Post genaamd was, en inderdaad Teuntjes man was. Hij vertelde dat hij die valse naam had opgegeven omdat zijn vrouw niet mocht weten waar hij van plan was naartoe te gaan. Ten slotte getuigden allen voor de notaris dat Hendrik Post [alias J.H. Veltmoller] niet lang daarna met het schip Landskroon naar Indië was vertrokken, waarna hij zoals de getuigen ooit geïnformeerd waren op 15 November 1781 op het schip de Behemoth is overleden.
Weer een andere notariële akte vertelt het verhaal van Martinus Gijben, de man van Aaltje van Dam. Op een dag had Gijben de deur van de gemeenschappelijke woning achter zich dicht getrokken en zijn vrouw Aaltje en dochtertje Maria verlaten, waarna hij had besloten zich binnen Amsterdam in de Achterbugwal bij het Kattegat als aardappelverkoper te vestigen. Hij deed dit onder een valse naam. Toen Aaltje hier via via was achtergekomen, besloten Aaltjes vrienden op een dag in 1792 eens aardappelen te gaan kopen bij Aaltjes nalatige echtgenoot. Gijben ontkende echter alles. ‘Het zijn jullie zaken niet’ was zijn antwoord. Gijben overleed 4 jaar later in 1796 in Amsterdam.
Hoofdafbeelding: Ondertrouwakte van Teuntje en Hendrik Post (Stadsarchief Amsterdam)
Afbeelding 2: Johan Hendrik Veltmoller (eigenlijk Hendrik Post) zijn inschrijving in de VOC. ‘In 1773 met het schip Landskroon naar de Kaap vertrokken’