Op de plek van dit gebouw stond ooit het Paleis van Volksvlijt. Dit was een tentoonstellingsgebouw die was neergezet in opdracht van Samuel Sarphati. Deze Joodse arts, chemicus, broodfabrikant en weldoener hielp de stad Amsterdam in het midden van de 19e eeuw uit een diep dal. Het Paleis voor Volksvlijt was een onderdeel van een uitbreidingsplan waar ook De Pijp en de Amsteloever bij hoorden.

‍

In 1855 stemde de gemeenteraad in met de bouw en op 16 augustus 1864 werd het Paleis van Volksvlijt feestelijk geopend. Wekelijks werden er concerten en bijeenkomsten gehouden. Het initiële idee om het alleen als tentoonstellingsgebouw te gebruiken bleek financieel toch niet haalbaar. Het paleis werd een vermaakscentrum waar zich bijvoorbeeld luxe winkels en een galerij bevonden. De Nederlandsche Opera-Vereniging trad ook regelmatig op. Uiteindelijk verloor het paleis aan het einde van de 19e eeuw zijn rol als culturele publiekstrekker.

‍

In de nacht van 17 op 18 april in 1929 werd het paleis door een brand verwoest. Het begon in de keuken en verspreidde zich snel. Het hoofdgebouw was niet meer te redden. Een deel van de galerij bleef echter wel staan en werd pas in 1960 afgebroken om plaats te maken voor het gebouw van De Nederlandsche Bank. Velen waren het er in die tijd niet mee eens.

‍

Al jaren is er een stichting die strijdt voor het herbouwen van het paleis. Voorlopig blijven de foto’s de enige herinnering aan deze trots van Amsterdam die in één nacht volledig vernietigd werd.

‍

Bron: @stadsarchief

‍