Voor Brabant was het Rampjaar in 1672 daadwerkelijk een ramp
Iedereen kent het verhaal van het Rampjaar in de Nederlandse Republiek. Het oorlogsgeweld bleef Holland toen grotendeels bespaard. Voor Brabant was het een heel ander verhaal
Het canonieke verhaal van het Rampjaar is overbekend: in de zomer van 1672 viel de Franse Zonnekoning de Republiek - volgens hem ‘een natie van kooplieden en kaasboeren’ - aan met een enorme troepenmacht. Hij werd gesteund door Engeland en de bisdommen Keulen en Münster. Volgens het allitererende cliché was in de Republiek ‘het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos’. In alle haast werd een strook land tussen Muiden in het noorden en Geertruidenberg in het zuiden geïnundeerd (=onder water gezet): de Oude Hollandse Waterlinie. Hierdoor kon de vijand het rijke Holland niet binnendringen en bleef de Republiek bestaan. Aldus het glorierijke ‘Hollandse’ perspectief. Het Brabantse perspectief op het Rampjaar is heel anders.
Zelfs vóór het Rampjaar was de situatie in Brabant al lastig voor haar bewoners: Brabant had geen vertegenwoordiging in de Staten-Generaal en werd als generaliteitsland bestuurd door de Raad van State in Den Haag. De belastingen waren hoog en er werd relatief weinig geïnvesteerd in het gebied, dat nog kampte met de vernielingen van de Tachtigjarige Oorlog.
Tijdens het Rampjaar bleef Holland grotendeels gespaard van oorlogsgeweld, in Brabant was dat geenszins het geval. Op verschillende plekken in Brabant werd het land geïnundeerd om de vijand tegen te houden; bijvoorbeeld rond Heusden en ’s-Hertogenbosch en rond Bergen op Zoom en Steenbergen. Deze inundaties waren effectief in de zin dat ze ervoor zorgden dat de vestingen meestal niet veroverd werden, maar ze waren rampzalig voor de plattelandsbevolking. Verder had de bevolking te lijden onder exuberante belastingen, brandschattingen, plunderingen en ander geweld door het Franse maar ook door het Staatse leger! Ook moest de bevolking gedwongen hooi, koren, paarden, haver, hout en arbeid leveren aan de verschillende legers. Dorpen moesten zich diep in de schulden steken om aan de eisen te kunnen voldoen en raakten voor decennia aan de bedelstaf. Het enige enigszins positieve aspect van de oorlog voor de Brabantse bevolking was dat ze tijdelijk wat meer vrijheid kregen om hun rooms-katholieke godsdienst te belijden.
Toch onderging de (boeren-)bevolking de rampen niet helemaal lijdzaam; zo probeerden ze de geleden schade te declareren bij bijvoorbeeld het stadsbestuur of deze te beschrijven in notariële aktes in de hoop ooit gecompenseerd te worden. Verder vormen burgers soms burgerwachten tegen plunderende troepen en saboteerden ze de vermaledijde inundaties. Ondanks deze initiatieven was de bevolking toch vooral een speelbal van de machtigere partijen van hun tijdsgewricht.
De bevolking zou nog vele jaren zwaar lijden hebben onder de gevolgen van de oorlog: landerijen bleven vaak meerdere jaren onder water staan (soms met zout water!) waardoor de plattelandsbevolking geen bron van inkomsten had; in Oost-Brabant waarde na het Rampjaar een dysenterie-epidemie rond en sommige steden zoals Grave waren volledig verwoest. Na de oorlog werd de bevolking ook geen verlichting gegund van de hoge belastingen en de gedwongen inkwartiering van soldaten. Voor Brabant kan daarom beter worden gesproken van een meervoud van Rampjaren.
Het Rampjaar zette een lang bouwprogramma in gang waarvan de Zuiderwaterlinie uiteindelijk het product is geworden. Vanaf 1697 ontwierp Menno van Coehoorn een ingenieus defensiesysteem met inundaties en versterkingen dat de zuidkant van de Republiek dekte. Het was de eerste systematische waterlinie die een hele frontier besloeg en een reeks vestingsteden aaneenschakelde.
In het boek Rampjaar of Jubeljaar? Brabant in 1672-1674 (hier te bestellen) komt het Brabantse perspectief op het Rampjaar uitgebreid aan bod. Als Zuiderwaterlinie Alliantie zetten wij ons in voor het unieke waterlinie-erfgoed in het zuiden van ons land. Hierbij kijken we ook naar de toekomst: hoe kan het verleden ons helpen en inspireren bij het oplossen van grote hedendaagse problemen zoals zeespiegelstijging, verzilting en zoetwatertekort.
Stef Koenis / Coördinator Onderzoek / www.zuiderwaterlinie.nl
Foto 1: Soldaten plunderen een herberg (ets door Jacques Callot)
Foto 2: Kaart van de Zuiderwaterlinie (Copyright Zuiderwaterlinie)