In 1944 gaven de Duitsers zich in Middelburg over aan 'nep' kolonel Johnston
Op 1 november 1944 voerden de geallieerden een amfibische landing uit op de stranden van het Zeeuwse Walcheren.
In de dagen die volgden werd de stad Middelburg continue bestookt door geallieerde jachtbommenwerpers en artillerie, met grote schade tot gevolg. Op de ochtend van 6 november hielden de beschietingen plotseling op.
De inwoners van Middelburg zagen geallieerde amfibievoertuigen door de straten rijden. Er reden een aantal Buffalo-tanks met daarachter Schotse soldaten de Markt op. De 1500 Duitse militairen die nog in de stad aanwezig waren kwamen ongewapend naar buiten. Ze bleken onderdeel van de 70e divisie. Zij werden de maagpijndivisie genoemd, omdat het allemaal soldaten met maagklachten waren.
Er was één probleem: De Duitse generaal Wilhelm Daser wilde zich alleen ‘officieel’ overgeven aan een hooggeplaatste officier en deze was niet aanwezig. De Schotse majoor Johnston wist daar wel raad mee. Een Noorse commando trad op als tolk en Johnston liet zich tijdelijk tot kolonel bevorderen, zodat Daser zich ‘eervol’ kon overgeven. De Duitser leverde volgens protocol zijn pistool in en gaf hem elf flessen dure champagne die hij nog had staan. Een dag later werden de Duitsers per boot naar een krijgsgevangenenkamp in Antwerpen overgebracht. Zeeland was bevrijd.
De persoon rechts op de eerste foto in de post is de Duitse generaal Daser die na zijn overgave naar buiten loopt. Lang werd gedacht dat de man links van hem majoor Johnston was. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit ene John Knox was. Toen er naar aanleiding van deze foto contact werd gezocht met nabestaanden van Knox meldden die dat ze zijn uniform nog in bezit hadden. In zijn rechterbroekzak werd een ingenaaide kaart van West-Europa uit maart 1944 gevonden. Ook werd er een klein scherp mesje gevonden. Mocht Knox gevangengenomen worden dan hoopte hij met deze twee dingen makkelijker te kunnen ontsnappen.