Holmes Vreugdevuur: De vergeten ramp bij Vlieland in 1666
In de 17e eeuw liepen de spanningen tussen de Engelsen en de Hollanders steeds hoger op. In dat conflict waren de Waddeneilanden voor de Nederlanden van groot belang.
De Waddeneilanden waren een natuurlijke afsluiting van de Zuiderzee en tevens de toegangsweg naar Amsterdam, op dat moment al decennia het handelscentrum van de wereld. Er waren twee doorgangen tussen de eilanden: het Marsdiep bij Texel en het Vlie, tussen Terschelling en Vlieland.
Op 19 augustus 1666 voer de Engelse Marine onder leiding van Robert Holmes richting Vlieland. Toen de Engelsen aankwamen bleek er een Hollandse handelsvloot van ongeveer 150 handelsschepen voor anker te liggen. Deze buitenkans wilde Holmes niet laten lopen en hij besloot de aanval in te zetten. Wat volgde was de grootste scheepsbrand die Nederland ooit had meegemaakt (📸1). Nagenoeg alle Hollandse schepen gingen in vlammen op. Het aantal slachtoffers werd geschat op 2000 en de economische schade voor de Republiek was enorm.
Aangezien Holmes geen tegenstand ondervond besloot hij ook het eiland aan te vallen. Zo’n 400 man werd gemobiliseerd het te verdedigen, maar tevergeefs. Vanwege het tij en de wind besloten de Engelsen West-Terschelling plat te branden (📸2). Op de vuurtoren Brandaris en de kerk na, werd bijna het hele dorp in as gelegd.
Wekenlang was er geen Hollandse scheepvaart richting de Oostzee en de Amsterdamse beurs was dagenlang gesloten. Deze onbekende zwarte bladzijde in onze geschiedenis werd destijds direct in de doofpot gestopt en opzettelijk ondergesneeuwd door allerlei ‘positieve’ gebeurtenissen. In de Engelse geschiedschrijving is deze, voor hun heroïsche, gebeurtenis bekend komen te staan als 'Holmes Bonfire'.