Nieuw-Zweden was een Zweeds-Finse kolonie in Noord-Amerika dat bestond tussen 1638 tot 1655. Het was gelegen rond de huidige stad Philadelphia. De staten Delaware en Pennsylvania zijn uit deze Zweedse kolonie ontstaan. Wat had Nederland hier mee te maken?

‍

In de 17e eeuw was Zweden, net als Nederland, een grootmacht geworden. Het land bezat gebieden in het huidige Duitsland, Rusland, Finland, Estland en Litouwen. Ze besloten in 1637 de Zweedse West-Indische compagnie op te richten om de handelsmonopolies van Engeland en Frankrijk te kunnen omzeilen. Deze nieuwe handelsmaatschappij bestond niet alleen uit Zweden, maar het had ook Duitse en Nederlandse aandeelhouders.

‍

Twee schepen met Zweedse kolonisten arriveerde in 1638 in het huidige Delaware Bay. Nederland had in die periode iets noordelijker Nieuw-Nederland gesticht. Om conflicten met de Nederlanders te vermijden besloten de Zweedse kolonisten vooral aan de westkant van de rivier Delaware te wonen. Op het hoogtepunt telde de kolonie zo’n 600 Zweedse en Finse inwoners.

‍

In 1654 veroverden de Zweden het Nederlandse fort Casimir. Dit werd niet gepikt door de Nederlandse kolonisten en onder leiding van Peter Stuyvesant sloegen ze in 1655 terug. Er werden twee Zweedse forten veroverd en Nieuw-Zweden werd geannexeerd. Uiteindelijk duurde dit nog geen tien jaar want in 1664 werd Nederland op haar beurt verslagen door de Engelsen en hield de kolonie op te bestaan. Een grappig feitje is dat er tot het einde van de 18e eeuw nog Zweeds gesproken werd in die regio door de afstammelingen van de oorspronkelijke kolonisten.

‍

📷1: Het schip de Kalmar Nyckel dat de eerste Zweedse kolonisten naar Noord-Amerika bracht.

📷2: Kaart waarop de locaties van Nieuw-Zweden en Nieuw-Nederland staan.