Een van de belangrijkste documenten uit de geschiedenis van Alkmaar
Afgelopen zomer waren we in het @archief_alkmaar om misschien wel het belangrijkste document uit de geschiedenis van de kaasstad te bekijken; het stadsrecht.
Het originele document uit 1254 is niet bewaard gebleven, maar we konden wel een 700 jaar oude kopie uit 1325 bekijken. Op donderdag 11 juni 1254 was een delegatie Alkmaarders aanwezig in het hof van graaf Willem II in Leiden. Ze kwamen hun stadsrechtoorkonde voorzien van een troonzegel. Willem II was op dat moment niet alleen graaf van Holland en Zeeland, maar ook Rooms koning van het Duitse rijk. Door de goedkeuring van Willem was Alkmaar ineens een stad met alle voorrechten die daarbij kwamen kijken.
——
Het stadsrecht telt 71 artikelen. Zo staat er in artikel 1 dat Alkmaarders geen tol meer hoefden te betalen in het graafschap. Verder is te lezen dat burgers zelf de stad konden besturen en mochten rechtspreken. Er zijn zelfs tal van regels en boetes beschreven die de stadsvrede bewaard zouden moeten hebben. In de middeleeuwen schrok men niet van heftige straffen. Dieven, verkrachters en brandstichters zouden onthoofd moeten worden en op vechtpartijen en inbraak stonden hele hoge boetes.
——
Het stadsrecht van 1254 was niet speciaal voor Alkmaar gemaakt. Het was die van Haarlem, die zelf de rechten kreeg in 1245. Haarlem kreeg het stadsrecht weer van Den Bosch, want de Brabantse stad kreeg ze al in 1195. Het verlenen van stadsrechten van de ene (moeder)stad aan de andere (dochter)stad wordt ook wel een stadsrechtfamilie genoemd. Alkmaar gaf zelf het stadsrecht weer door aan Medemblik, Beverwijk, Texel en Wieringen.
——
Er zaten natuurlijk niet alleen maar voordelen aan. Als tegenprestatie betaalde Alkmaar belasting aan graaf Willem. Verder moest de stad in geval van oorlog 25 soldaten leveren aan het leger van de graaf. Het belang van het stadsrecht moet niet onderschat worden en is zeer belangrijk geweest voor de positie van Alkmaar in regio Nederland. De stedelijke trots van Alkmaar is nog steeds terug te vinden in het wapen dat in 1254 werd ingevoerd; een zilveren burcht op een rood veld.