De Nederlandse versie van Robinson Crusoë
De Nederlander Leendert Hasenbosch wordt achtergelaten op het eiland Ascension, midden in de Atlantische Oceaan.
In 1725 werd Leendert Hasenbosch, een boekhouder van de VOC, betrapt tijdens seks met een andere man. Gay seks was op VOC-schepen, net als in Nederland en de rest van Europa, streng verboden en werd ‘sodomie’ genoemd. Het was een serieuze misdaad, omdat men bang was dat God het schip zou straffen met stormen, ziektes en andere rampen. Als mannen of jongens schuldig bevonden werden kon de doodstraf volgen. Een alternatieve straf was achtergelaten worden op een onbewoond eiland. Dit laatste was het geval bij Leendert Hasenbosch.
———
Leendert werd op 5 mei 1725 achtergelaten op het eiland Ascension (📷3), precies midden in de Atlantische Oceaan (📷2). Hij kreeg verschillende dingen met zich mee en leek daarmee nog een kans op overleving te hebben gekregen. Hij begon op dag 1 met het bijhouden van aantekeningen en schreef over het zoeken naar water, eten en zijn mentale toestand. Hasenbosch beschreef in detail de nachtmerries, dromen en hallucinaties die hij ervaarde. Uit de teksten wordt duidelijk dat hij een relatie had met een soldaat in Batavia (Jakarta), maar ook een gelovig christen was. Hij hoopte dat God hem zou vergeven en dat hij niet in de hel terecht zou komen.
———
Als de maanden verstrijken heeft Hasenbosch steeds meer moeite om water en voedsel te vinden. De laatste notitie in zijn dagboek is van 8 oktober 1725. Bijna 4 maanden later meert er een Engels schip aan en worden de spullen van Hasenbosch, inclusief zijn dagboek, gevonden en meegenomen. Van Leendert is nooit meer iets vernomen. In 1726 werd zijn dagboek al in het Engels vertaald en uitgegeven (📷4).
———
Bron: @hetscheepvaartmuseum