De laatste publieke doodstraffen in Nederland
In de negentiende eeuw waren steeds meer mensen tegen de doodstraf. In 1860 werd de laatste veroordeelde in vredestijd terechtgesteld.
In Maastricht werd Johannes Nathan opgehangen voor het vermoorden van zijn schoonmoeder. Enkele jaren eerder op 4 juni 1856 vond de laatste dubbele executie in Nederland plaats in Noord-Brabant. In Den Bosch werden Cornelis de Jong en Adriaan de Klerk publiekelijk opgehangen.
Op een avond in de zomer van 1855 zouden Cornelis, Adriaan en twee anderen een rijke boerenfamilie hebben beroofd in Dinteloord. Ze zouden de vrouw geslagen hebben met stokken en de dienstmeid met de dood bedreigd hebben. De mannen namen 900 gulden, wapens en verschillende zilveren en gouden stukken mee. De slachtoffers hadden echter een goed signalement en de vier daders werden al snel opgepakt.
Alle vier de daders werden in eerste instantie tot de dood veroordeeld. Koning Willem III gaf twee mannen zogenaamde lijfsgenade. Hun straf werd omgezet naar 20 jaar eenzame opsluiting. De andere twee, Cornelis en Adriaan, moesten er wel aan geloven. Het schavot werd vanuit Amsterdam overgebracht en op de Grote Markt van Den Bosch neergezet. Er kwamen duizenden mensen op het lugubere schouwspel af.
De publieke ophanging was nationaal nieuws en in enorm veel kranten te vinden (via @koninklijkebibliotheek). In de teksten merk je toch de afschuw tegen de doodstraf. Ruim 14 jaar later werd het wetsartikel over de doodstraf dan ook geschrapt. Kort na de Tweede Wereldoorlog werd de doodstraf weer geïntroduceerd toen in totaal 152 oorlogsmisdadigers de doodstraf kregen, waarvan er 39 werden uitgevoerd. Het duurde nog tot 1983 voordat de doodstraf officieel uit de grondwet verdween.
📷1: Don Pedro (bouwmeester van Alva) wordt opgehangen in Vlissingen, 1572
📷2: Guillotine voor de Waag in Amsterdam, 1812
📷3: Galgenveld in Nederland