De geschiedenis van het Nederlandse woord huilebalk
Het woord huilebalk wordt vandaag de dag nog best wel vaak gebruikt, maar weten jullie ook de geschiedenis erachter?
Tegenwoordig heeft het woord huilebalk als definitie: ‘Iemand die veel huilt; wordt voornamelijk gebruikt bij kinderen’. Daarnaast wordt het vandaag de dag ook vaak gebruikt voor iemand die zich (regelmatig) aanstelt.
Huilebalk is een samenvoeging van twee woorden, namelijk huilen en balken. Dit laatste woord is tegenwoordig een beetje uit de gratie geraakt, maar was eigenlijk een soort synoniem van huilen. Het neigde echter meer richting krijsen. In huilebalk werden in de 17e eeuw de woorden samen gebruikt om elkaar te versterken. Er bestond toen zelfs een werkwoord ‘huilebalken’.
In de 19e eeuw kreeg huilebalk een andere betekenis. Er bestonden al eeuwen rouwstoeten om overledenen naar hun laatste rustplaats te brengen. In Nederland werden er dan vaak mensen ingehuurd om huilend met een zakdoek voor een rouwstoet uit te lopen. Deze personen werden huilebalken genoemd.
Huilebalken droegen vaak een hoed met een grote rand, zodat het gezicht deels bedekt kon worden. Dit resulteerde dan weer in een nieuwe betekenis van het woord huilebalk, namelijk huichelaar. Doordat het gezicht van de huilebalk bedekt werd door de hoed, kon men niet goed zien of deze persoon wel daadwerkelijk droevig was.
📸: Een Hollandsche Begrafenis door Louis Daudernarde, gepubliceerd in De Hollandsche Illustratie ca. 1875, @museumtotzover