Het hek was bedoeld om te voorkomen dat deserteurs, smokkelaars, spionnen en ontsnapte krijgsgevangenen vanuit België naar Nederland gingen. De Duitsers waren als de dood dat Belgische jongemannen bijvoorbeeld via Nederland naar Engeland zouden gaan om zich daar bij het leger aan te melden.

‍

Door de neutrale status was Nederland tijdens de oorlog verplicht de grenzen te sluiten. In het begin lukte dit nog niet. Toen Duitsland in 1914, bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, België binnenviel vluchtten er zo’n miljoen Belgen naar Nederland. In 1915 besloten de Duitsers daar een stokje voor te steken en werd de Dodendraad aangelegd. Aangezien Nederland moeite had het met dichthouden van de grenzen hielden ze de bouw van het Duitse hek niet tegen.

‍

Het hekwerk liep op Belgisch grondgebied van ‘t Zwin, vlakbij Cadzand, tot aan het drielandenpunt bij Vaals. Om de 50 tot 150 meter stond er een schildwacht. De Duitse soldaten kregen de opdracht na één waarschuwing het vuur te openen. Dit mocht alleen niet richting Nederlands grondgebied. Het uiteindelijke dodental loopt uiteen van enkele tientallen tot minstens vijfduizend. De meest geloofwaardige schattingen vermelden dat er door direct of indirect toedoen van de Dodendraad ruim 500 mensen zijn gestorven.

‍

Bron: Dodendraad.org

‍